Fam. Timmermans


Juni-juli 2001

Een vakantie in Pandan House

In het late voorjaar van 2001 hebben we onze vakantie doorgebracht in Pandan House op Bali. In de winter hadden we besloten naar Indonesie te gaan. Op het internet waren we op zoek gegaan naar geschikte accommodatie. Het zou voor het eerst zijn dat we onze dochter van een jaar zouden meenemen naar de tropen. We wilden daarom de hele vakantie op dezelfde plaats blijven, die bovendien van het nodige comfort voorzien diende te zijn. De keus viel al snel op Pandan House en we maakten e.e.a. rond met Fred en Ketut in Arnhem.

Op 9 juni vlogen we via Singapore naar Denpasar. De vlucht, ook voor het eerst met Emma, verliep zonder noemenswaardige problemen. De douanecontrole op het Ngura Rai vliegveld van Bali verliep snel en voor 2 Singapore-dollar werd onze bagage op een wagentje geladen en door de douane geloodst. In de aankomsthal stond Nyoman ons met een bordje van Pandan House op te wachten. Zijn auto stond bijna recht voor de aankomsthal en de bagage was snel ingeladen.

De autorit naar Pandan House duurde ongeveer twee en een half uur. Tijdens de rit liet Nyoman ons foto’s zien van Pandan House en vertelde hij over zijn trip naar Nederland, ongeveer een jaar geleden. Na de lange reis en ook door de vele nieuwe indrukken die buiten aan ons voorbij gleden viel het niet mee om wakker te blijven en de hele conversatie in het Bali-Engels te volgen. Het was wel erg leuk om al tijdens deze rit het landschap te zien veranderen van het drukke, toeristische zuiden van Bali naar het rustige platteland van Oost-Bali.

Om een uur of vier ’s middags kwamen we aan bij de parkeerplaats net buiten Pandan House. Gede en zijn vrouw Raka stonden al te wachten. De koffers werden uit de auto geladen en via enkele trapjes en een poort het terrein van Pandan House opgedragen. Emma werd gelijk van ons overgenomen door Raka, die zich achteraf al enige tijd bleek te hebben verheugd op de komst van een klein kindje. We hadden al gelezen dat kinderen op Bali zeer liefdevol als een soort ‘algemeen bezit’ worden beschouwd, maar het was die eerste dagen toch wel even wennen aan de overmatige belangstelling voor ons bleke kindje.

Omdat er verder geen gasten waren, hadden we een ruime keuze uit slaapvertrekken. Pandan House bestaat uit een grote villa, een kleine bungalow en het huis van Gede, Raka en hun drie kinderen. Wij hadden via Fred en Ketut aangegeven gebruik te willen maken van het grote huis, maar niet speciaal een voorkeur voor één van de drie slaapkamers. De grootste en mooiste kamer is echter op de bovenetage, zodat de keuze erg simpel was. Deze grote kamer heeft rondom ramen en een prachtig hemelbed, van waaruit je de prachtige zonsopgangen kunt meemaken. Bovendien kun je, als je niet kunt slapen, staren naar het prachtige vakmanschap van de constructie van het dak. Voor Emma stond er een gloednieuw kinderbed naast het hemelbed.

Nadat de koffers waren geinstalleerd, werden we kort rondgeleid door het huis en eindigden we op de grote veranda aan de voorzijde van het huis. Eenmaal gezeten op het traditionele meubilair, kregen we iets te drinken en werd ons een menukaart in handen gegeven voor het avondeten. Lunch en diner hoort niet bij het standaard arrangement van logies en ontbijt, maar wordt op verzoek vers door Raka klaargemaakt. En als je eenmaal door haar je eten hebt laten verzorgen, dan hoef je niet meer zo nodig naar andere eetgelegenheden in de buurt. Die eerste avond was ook de enige waarbij we de menukaart hebben gebruikt. Alle andere dagen hebben we ons door Raka laten verrassen en hebben we allerlei geweldige lokale gerechten voorgeschoteld gekregen.

Het was midden in de Nederlandse zomer een vreemde gewaarwording dat het zo rond half zeven ’s avonds donker was. Om zes uur was de zon achter de heuvels verdwenen, waarna het ongeveer een half uurtje duurde tot het volledig donker was. Tijdens dat halve uur verandert de omgeving helemaal. Er is heel weinig kunstmatig licht in de vallei, waardoor al heel snel een prachtige sterrenhemel zichtbaar wordt. Bovendien komen er plotseling allemaal nieuwe geluiden uit de sawa’s. Kikkers kwaken in de natte sawa’s, sprinkhanen beginnen te zoemen en ook de gekko’s laten duidelijk merken dat ze wakker zijn. Met de kokospalmen tegen het maan- en sterrenlicht en de dierengeluiden op de achtergrond ben je helemaal echt in de tropen.

Na de lange reis was het goed slapen. Zowel Emma als wijzelf sliepen de hele nacht en werden ’s ochtends om zes uur Bali-tijd wakker, precies tijdens de zonsopkomst. De nacht-geluiden werden afgewisseld door het gekraai van de vele vechthanen rondom het huis en de mensen die met veel geschreeuw en gezwaai met plastic zakken aan lange touwen de mussen uit de sawa’s proberen te jagen. Een heel aparte gewaarwording.

Het uitzicht vanuit de bovenslaapkamer, maar ook vanaf de veranda’s en het eetpaviljoen in Pandan House verveelt nooit. Omdat we relatief veel tijd rondom het huis hebben doorgebracht hebben we hier uitgebreid van kunnen genieten. Pandan House ligt midden tussen de sawa’s. Omdat de rijstbouw geen voorschrijvende seizoenen kent, en er twee of zelfs drie maal per jaar een volledige groeicyclus van zaaien tot oogsten plaatsvindt, is elke sawa anders. Rondom het huis zijn er zojuist omgeploegde veldjes, natte, pas gezaaide veldjes en veldjes waar de rijst 80 centimer hoog staat, klaar voor de oogst. Zo gebeurt het regelmatig dat je tijdens je ontbijt wordt begroet door een boer die met twee koeien de sawa voor het huis aan het ploegen is. En ’s middags is het een komen en gaan van mensen die de zojuist geoogste rijst op hun hoofd van de sawa naar het dorp brengen.

Bali is een relatief klein eiland, zo’n 120 kilometer lang en 50 kilometer breed. Pandan House ligt op de uiterste oostpunt, zo’n 80 kilometer van het toeristische zuiden. Maar omdat de gemiddelde snelheid van het verkeer zo’n 35 kilometer per uur is zijn de afstanden relatief groot. Het is daarom erg moeilijk om vanuit Pandan House alle sites op Bali te bezoeken. Wij hebben ons beperkt tot het traditionele Oost-Bali, wat voldoende bezienswaardigheden heeft voor een aantal weken vakantie.

De leukste bezienswaardigheden liggen echter direct voor de deur. Al tijdens de eerste dagen namen Gede en Nyoman ons te voet mee naar het dorpje Ababi, op zo’n anderhalve kilometer van Pandan House. De weg hier naar toe is deels niet meer dan een soort bospad door de jungle, wat later toch een van de hoofdstraten van de desa blijkt te zijn. Langs het pad wonen de mensen in traditionele Balinese compounds, varierend van enkele rieten hutten rond een binnenplaatsje tot ommuurde groepen stenen huisjes en paviljoens. Elk compound bevat separate ruimten voor eten, slapen, koken, zitten en het houden van dieren. Bovendien is er altijd een familie-tempel. In Ababi woont de familie van Gede en Nyoman in een dergelijk compound. We werden meegenomen naar de woonplaats van een zus van de twee broers en naar de woonplaats van de moeder van de familie. Ook bezochten we de houtwerkplaats waar veel van het meubilair van Pandan House was gemaakt.

Het bos rondom het dorp is de bron van veel van de dagelijkse levensbehoeften van de bewoners. Overal op Bali groeien torenhoge kokospalmen, waar mensen zonder hoogtevrees de kokosnoten uit plukken. Daar tussendoor groeien vele bananenbomen, met diverse soorten bananen die je zo van de boom kunt eten. Ook papaya, mango, salak, ananas, appel, peer, cacao, koffie en vele tropische kruiden zijn overal te vinden. Het is erg leuk om samen met Gede en Putu door het bos te wandelen, voor een korte excursie naar de tempel op de berg voor het huis, of naar de indrukwekkende tempel vlak buiten Budakeling.

Voor verder gelegen excursies maakten we dankbaar gebruik van de diensten van de chauffeur Nyoman en de auto van Pandan House. Op een van de eerste dagen zijn we naar de Besakih-tempel (ruim een uur rijden) en de krater van de Batur-vulkaan (een half uur verder) geweest. De Pura Besakih is de belangrijskste tempel van Bali en alleen al daarom een bezoek waard. De kans is bovendien erg groot dat er in een van de vele sub-tempels een kleurrijke ceremonie plaatsvindt. De Batur vulkaan vonden we erg toeristisch, maar de uitzichten zijn prachtig. In het dorp Kintamani hebben we onderweg erg goed geluncht. Tijdens deze relatief lange tocht bleek wel dat de lange, hobbelige autoritten voor onze dochter niet echt fijn waren, zodat dit tevens onze verste excursie is geweest.

Daarnaast hebben we excursies gemaakt naar Amplapura, waar het centrale paleis van de vroegere raja van Karangasem staat. In dit kleine paleis is het interessant om te zien welke relatie de raja had met de Nederlandse bezetters in die tijd. Het paleis heet ‘Maskerdam’, een verbastering van ‘Amsterdam’. Naast het paleis in Amlapura heeft deze raja een drietal waterpaleizen gebouwd, waarvan de mooiste op 500 meter van het Pandan House ligt, in het dorp Tirtagangga. De andere paleizen liggen respectievelijk ten zuiden van Amlapura en verder op de hellingen van de Gunung Agung. Deze beide paleizen verkeren in zeer slechte staat, maar geven nog steeds blijk van hun vroegere schoonheid. In Amlapura is een dagelijkse voedsel en goederen markt, waar we op een ochtend met Raka heen zijn geweest. Deze markt is een geur- en kleurrijk spektakel en zeer de moeite waard.

Een andere excursie voerde naar de stad Klungkung, op een goed uur rijden van Pandan House. In deze kleine stad staat een oud paleis van de raja van Semarapura. In dit paleis staan twee paviljoens met prachtige oude plafondschilderingen in Balinese stijl. Aan de rand van het complex staat een klein museum, dat grotendeels is gewijd aan de ‘puputan’ van de raja en zijn volgelingen. In 1908 werd Klungkung belegerd door de Nederlanders, waarbij de raja en veel van zijn getrouwen in een soort zelfmoordaanval hebben getracht de verovering van hun stad te stoppen. Dit is niet gelukt en bijna allen vonden de dood. Veel Nederlandstalige kranten uit die tijd liggen ter inzage en doen op zakelijke wijze verslag van het bloedbad, waarbij ‘een luitenant van de Nederlandse compagnie zich per ongeluk zelf verwondde, maar verder geen slachtoffers te betreuren waren’. Aan de weg van Amplapura naar Klungkung liggen verder de badplaatsen Candidasa en Padangbai, die wij overigens niet erg bijzonder vonden. Ook ligt er de Goa Lawah, de vleermuisgrot, waarin duizenden vleermuizen boven enkele altaars in een kleine grot de dag uithangen.

Om af en toe af te koelen in de zee zijn we verschillende malen naar het strand afgereisd. De mooiste stranden vonden wij in de omgving van Amed. Nyoman voerde ons een keer naar het ‘Vienna Beach Resort’ in Lipah en een andere keer naar ‘Amed Cafe’ in Amed. Beide plaatsen hebben de beste faciliteiten, waaronder een erg goed en mooi gelegen restaurant, een klein (half wit/half zwart) strand en douches en toiletten. Bovendien kan op beide plaatsen direct vanaf het strand worden gesnorkeld boven mooie, maar zeer kwetsbare koraalriffen. Een andere tocht voerde ons naar een wit strand net voor Candidasa, waar we bijna het hele strand voor ons alleen hadden, maar waar de golven en stroming zo hoog waren dat zwemmen bijna gevaarlijk leek.

Een van de hoogtepunten van de reis was de beklimming van de Gunung Agung, met 3.142 meter de hoogste berg van Bali. Omdat dit toch een hoog alpiene beklimming is en er geen gemarkeerde paden naar de kleine top leiden is het absoluut noodzakelijk hiervoor een lokale gids in te schakelen. Via Gede en Nyoman was deze snel gevonden en ook Gede en Nyoman leek het wel leuk om mee te klimmen. Sigrid en Emma bleven gezien de zware fysieke tocht lekker thuis.

Op een vroege ochtend vertrokken we naar de Pura Pasar Agung, een goed uur rijden van Pandan House, waar we om 2 uur ’s ochtends in het pikkedonker aankwamen. De gids uit Tirta Gangga had een stagiair meegebracht, waardoor we uiteindelijk met z’n vijven waren. Deze tempel ligt ongeveer halverwege de top van de vulkaan op 1.500 meter. Voor vertrek werden de nodige gebeden gedaan en kleine offerandes aangeboden.

Gewapend met zaklantaarns gingen we vervolgens op weg door het donkere bos achter de tempel. Het pad begon direct erg steil. Na ongeveer een uur kwamen we uit het gebladerte, terwijl het pad nu nog steiler en ook erg rotsachtig werd. Na nog een uur werd het glibberig en waren handen en voeten nodig om ons staande te houden op het nog steilere pad over de gestolde lavabedden. De uitzichten waren ondertussen fantastisch. De lichtjes langs de hele kust van Amed to vlakbij Sanur was zichtbaar en de steden Amlapura, Candidasa en Klungkung waren te onderscheiden, evenals de Besakih-tempel, ver in de diepte. De gids had water en koekjes en fruit meegebracht, iets dat geen overbodige luxe bleek nadat ik mijn eigen anderhalve liter water al snel had leeggedronken. Het is tijdens de tocht nooit echt koud geweest, maar zo op twee derde van de berg trokken we wel allemaal onze jassen aan.

Vlak voor zessen kwamen we aan vlak onder de krater. Mijn enthousiasme voor de laatste stappen naar de top werden door de gids snel tot bedaren gebracht. De kraterrand bleek een meter breed, waarna een kloof van zo’n 200 meter diep de krater indook. Wel even schrikken, maar wat een prachtig gezicht! De zonsopgang op de top was zeer indrukwekkend. Gunung Rinjani op Lombok stak prachtig boven de wolken uit en de jungle lag 3 kilometer onder ons te glimmen in de zon. Met het opkomen van de zon werden ook de gele zwavelbanen in het gesteente duidelijk zichtbaar. Een prachtige ervaring.

De terugtocht bleek al even zwaar als de beklimming, ondanks het feit dat de zon nu de route min of meer zichtbaar maakte. Het gladde gesteente en de steile helling maakte het nog een hele toer om op de been te blijven. Een van de gidsen besloot al snel zijn sandalen (!) uit te trekken en op zijn sokken naar beneden te glijden. Om een uur of 10 waren we weer bij de tempel, die inmiddels zwaar in de bewolking lag.

Het afscheid van Pandan House en onze tijdelijke ‘familie’ viel nog zwaar. We waren bijna drie weken veel met elkaar opgetrokken en er was een duidelijke band ontstaan. Met name het afscheid van Raka met Emma viel haar zwaar. Ze had al die tijd de halve opvoeding van Emma op haar genomen, waar ze duidelijk van had genoten.

Tijdens de rit naar het vliegveld zagen we nog weer eens hoe weinig we hadden gemist door ons te beperken tot Oost Bali. Tussen Klungkung en het vliegveld is het landschap vlak en dor, met veel minder rijstvelden. Ook het oprukkende massa toerisme is een doorn in het oog. Vanaf de weg zijn de plaatsen Sanur en Kuta een warrige opeenvolging van hotels, rijen toeristenbussen en grote, westers aandoende winkelcentra. Wat je er ook van vindt, het staat in schril contrast met de landelijkheid en schoonheid van de omgeving van Pandan House.

De gang van zaken op het vliegveld verliep erg voorspoedig, al vergisten we ons in de hoogte van de vertrekbelasting (die is Rp 75.000 per persoon). Het vliegtuig naar Singapore zat nog niet halfvol en de korte vlucht verliep zonder problemen. We bleven nog twee dagen in Singapore waarna we weer naar huis gingen.


Praktische zaken

Het huis

Pandan House bestaat uit een ommuurde compound midden tussen de sawa’s, een eindje van de weg. Binnen de compound staan een grote villa (6 slaapplaatsen in 3 tweepersoons slaapkamers), een losse bungalow (2 slaapplaatsen), een eetpaviljoen, een tempeltje, een vijver en het huis van Gede en Raka. In de villa is een grote woonkamer, een goed uitgeruste keuken, twee badkamers met warm water, bad en douche en een toilet. Bovendien is er een TV met satelliet-TV, een video CD speler en een stereo set. In het huis van Gede en Raka staat een moderne computer met toegang tot het internet

Raka en Gede beheren het complex. Zij maken schoon, verwisselen het beddegoed en de handdoeken en verzorgen het ontbijt. Tegen een kleine vergoeding (tevens een belangrijk deel van hun inkomen) verzorgen zij alle drankjes en overige maaltijden en doen ze de was. Op verzoek gaan ze ook mee op excursies en zijn ze je gids.

Kosten
Afhankelijk van de gemaakte huur afspraken kunnen bepaalde zaken in- of exclusief zijn. In ons arrangement waren het ontbijt en de transfers naar het vliegveld bij de huursom inbegrepen. Voor een maaltijd betaalden we elke dag Rp 35.000 per persoon (zo’n 3,5 Euro). Een drankje kost tussen Rp 3.500 (water) en Rp 10.000 (bier), zodat we uiteindelijk omgerekend zo’n 25 gulden per dag met z’n drieën kwijt waren. Raka doet graag de was voor zo’n Rp 1.000 tot 3.000 per item. Het gebruik van de computer voor emailen (online-tijd) kostte Rp 1.000 per minuut.

De auto
De chauffeur Nyoman beheert de auto van Pandan House. Gasten van Pandan House hebben altijd voorrang bij het gebruik van de auto. Alleen als gasten er geen gebruik van maken worden andere klanten gezocht. De auto is voorzien van air conditioning en Nyoman is een erg goede, rustige chauffeur.

Geld
De dichtstbijzijnde geldautomaat (ATM) met Cirrus-logo is in Klungkung, aan de hoofdweg. Met een creditcard kun je geld halen bij Bank Danamon aan de hoofdstraat in Amlapura. Neem je creditcard en paspoort en een klein portie geduld mee. Deze bank is op doordeweekse dagen open tot 14.00 uur. In Tirtagangga zijn enkele geldwisselkantoren.

Gezondheid
Pandan House wordt naar Nederlandse maatstaven schoongehouden, hetgeen vanwege het vocht en de mieren waarschijnlijk geen overbodige luxe is. Wij hebben het kraanwater (uit een put op het terrein) nooit direct gedronken, ook niet voor tanden poetsen. Er is voldoende flessenwater beschikbaar, eventueel koud uit de koelkast. Van het eten hebben we alleen maar genoten, dat wil zeggen dat we er niet de minste darmkramp aan hebben overgehouden. Ook onze eenjarige dochter, die gewoon met de pot mee at heeft nergens last van gehad. Er zijn voldoende artsen in de directe omgeving, maar voor ernstiger zaken ben je al gauw aangewezen op westerse kilinieken in de omgeving van Denpasar.

Wat (niet) mee te nemen
Pandan House is zeer volledig uitgerust. Alle beddengoed, handdoeken, keukeninventaris en dergelijke zijn aanwezig. Ook hebben veel gasten zaken als EHBO materiaal, zonnebrandcreme en shampoo achter gelaten. Er zijn veel Nederlandse boeken en tijdschriften aanwezig, en ook informatie over Bali, waaronder kaarten. Voor het snorkelen beschikt Pandan House over een snorkelset. We hebben (in juni) geen last gehad van muggen, ook als het niet hard waaide. Er zijn geen klamboe’s bij de bedden en die waren voor ons ook niet nodig.

De directe omgeving
Pandan House ligt temidden van de rijstvelden, net buiten de bebouwde kom van een aantal kleine dorpen in de omgeving. Het dichtstbijzijnde plaatsje is Tirta Gangga, met het prachtige waterpaleis. Via een smal pad is dit ongeveer 10 minuten lopen. In Tirta Gangga zijn enkele toeristen winkeltjes waar drankjes, snacks, fruit, toilet benodigdheden, fotorolletjes, ansichtkaarten en postzegels te koop zijn. Ook zijn er enkele kleine warungs waar je kunt eten.

De dichtstbijzijnde grote plaats is Amlapura, dat op zo’n 8 kilometer ligt. In Tirta Gangga of aan het einde van de weg langs Pandan House rijden bemo’s die je voor Rp 1.500 per enkele reis binnen een kwartier naar het centrum brengen. De kust is iets verder weg. De stranden bij Amlapura zijn per openbaar vervoer lastig te bereiken. De beste optie is dan om naar Candidasa te gaan, maar dat vonden wij geen mooi strand. Het strand in Amed had onze voorkeur, maar ook dat is per bemo lastig te bereiken. Wij gebruikten daarom gewoon de service van Nyoman als we naar het strand wilden.

Remco, Sigrid en Emma Timmermans
Nijmegen, telefoonnummer 024-3450313